Cardiovasculaire aandoeningen, zoals een acuut hartinfarct en een acuut coronair syndroom, behoren tot de voornaamste doodsoorzaken in de westerse wereld, met wereldwijd naar schatting 17 miljoen slachtoffers per jaar.
Snelle triage van patiënten met pijn op de borst is cruciaal om tijdig de juiste diagnose te stellen en de passende therapie te kiezen.
Troponine-I en troponine-T zijn de meest specifieke markers van een hartinfarct. Actuele richtlijnen bevelen het gebruik aan van troponine bij de triage van patiënten met pijn op de borst [1-3].
Troponine als een hulpmiddel bij de diagnose van hartinfarcten
Troponine-I en troponine-T (TnI en TnT) – zijn proteïnen van de dunne spierfilamenten en deel van een complex in dwarsgestreepte spieren.
TnI en TnT komen zowel voor in het skelet als in cardiale vorm. De cardiale vormen zijn bijzonder specifiek voor het hartweefsel en worden daarom steeds vaker gebruikt als specifieke markers van beschadiging van de hartspier.
De diagnose van een myocardinfarct (MI) is gebaseerd op het opsporen van een toe- en/of afname van specifiek cardiale markers, zoals troponine I of troponine T, in combinatie met een ECG of afbeeldingstechnieken, ischemische symptomen of andere klinische bevindingen.
Bij patiënten met een myocardinfarct komt troponine vrij in het bloed na het begin van de pijn op de borst. Een verhoogd troponineniveau is meestal waarneembaar na 4-8 uur, waarbij in het algemeen een piek wordt bereikt na ongeveer 12-48 uur [3, 4].
Troponinetesten op de afdeling Spoedeisende Hulp
Als een patiënt binnenkomt op de afdeling Spoedeisende Hulp met pijn op de borst, maar zonder duidelijke elektrocardiografische veranderingen (ECG), laat de verantwoordelijk arts meestal een reeks troponinetesten doen.
Dit dient om vast te stellen of de symptomen veroorzaakt worden door een acuut myocardinfarct (AMI) – een hartaanval – en de volgende stappen te bepalen. Eventueel wordt de patiënt overgebracht naar de angiografie voor een mogelijke interventie, of de patiënt mag het ziekenhuis weer verlaten.
Troponinetesten in een Point-of-Care omgeving
De AQT90 FLEX TnI-test en de AQT90 FLEX TnT-test zijn bestemd voor gebruik als een hulpmiddel bij de diagnose van een hartinfarct en de stratificatie van patiënten met een acuut coronair syndroom.
De AQT90 FLEX immunochemie analyser meet troponine I (TnI) en troponine T (TnT) in volbloed en is geschikt voor testen in een Point-of-Care omgeving:
- Geen preparatie en vervoer van monsters;
- Snelle resultaten, geen wachttijd op technisch personeel en geen telefonisch contact om resultaten op te vragen;
- De afmetingen van de analyser zijn geschikt voor de Spoedeisende Hulp en de Hartbewaking;
- Eenvoudig in gebruik en onderhoud;
Met de hematocrietcorrectie kan afwisselend volbloed en plasma worden gebruikt [5, 6].
Snel feiten met de troponine I- en troponine T-testen
- Type bloedmonsters: veneus volbloed en plasma.
- Monsterbuisjes: geschikt voor de meeste 13 x 75 mm standaardbuisjes.
- Geen direct contact met bloed: gesloten systeem.
- Geen preparatie van het bloedmonster of de test.
- Hoge analytische prestaties.
- Geen optreden van het Hook-effect, carry-over of bekende interferenties bij klinisch relevante concentraties.
- Interferentie van heterofiele antilichamen wordt in beide testen geminimaliseerd door het toevoegen van een blocker-substantie.
Testspecificaties |
TnT |
TnI |
Doorlooptijd |
< 13 min |
< 19 min |
CV% (plasma) |
Binnen lab CV% bij conc. 0.027 µg/L: 9.6 % |
Binnen lab CV% bij conc. 0.021 µg/L: 12.9 % |
99e % percentiel |
0.017 μg/L |
0.023 μg/L |
Traceerbaarheid |
Geharmoniseerd voor correlatie met resultaten van de 4e generatie TnT-test voor het Roche Elecsys 2010-systeem. |
Herleidbaar naar de NIST-standaard SRM 2921. |